Indische Nonpareil

Nominaatvorm:

Erythrura prasina prasina

Ondersoort:

Erythrura prasina coelica, Borneo Nonpareil

Bij deze ondersoort is het blauw van het masker veel uitgebreider aanwezig. Aansluitend op het blauwe masker is ook de gehele bovenborst blauw van kleur. Ook de pop vertoont een uitgebreide blauwe waas op wangen, keel en bovenborst.

Zowel de nominaatvorm als de ondersoort zijn nog beperkt aanwezig in Avicultuur. In Nederland zijn er nog maar ongeveer 5 kwekers actief met deze soort. De aanschafprijs is daardoor vrij hoog. Het is een vrij rustige soort onder de papegaaiamadines en wordt daarom ook nog wel in wat ruimere broedkooien gekweekt. Regelmatig wordt er geprobeerd in kolonie te kweken en dan 2 mannen met 3 poppen. Het koppel wat er uit ontstaat wordt soms afgesplitst van de rest van de kolonie door een tussenschot zodat deze meer rust vinden om tot een goed broedresultaat te komen. Zowel in kolonie als koppelsgewijs worden er successen geboekt. Er moet extra gelet worden op de samenstelling van onverwante koppels omdat er regelmatig signalen van inteelt worden gezien. Dat kunnen zijn het ontbreken van nagels of tenen, afwijkingen aan de snavel of aan de vleugelpennen. De kleurdiepte van de pop is veel minder intens, vooral het blauw op de borst. Ook de rode kleur van de stuit en staart is minder diep als bij de man.

Ringmaat: 2,7

Voor het eerst beschreven door: Sparrman, 1788

De Indische Nonpareil komt voor in Thailand, Laos, Java, Cambodja, Sumatra en Borneo. De vogels leven daar in de bosranden en vooral op de bamboevelden De Indische Nonpareil voedt zich met gras- en bamboezaden en richten ook grote schade aan op de rijstvelden. De populatie in de natuur wordt niet bedreigd en de populatietrend wordt als stabiel beschouwd.

Nederlands: Indische nonpareil

Engels: Pin-tailed Parrotfinch

Duits: Lauchpapageiamadine

Frans: Diamant quadricolore

Spaans: Diamante Colifino, Pinzón Loro de Cola Aguda

Italiaans: Diamante quadricolore

Indische Nonpareil

Geavanceerde instellingen